Ben je die vliegen en insecten in huis ook zo beu? Dan hebben we goed nieuws voor je. In dit artikel bespreken we 4 vleesetende planten voor een insectenvrij huis. We vertellen je niet alleen welke vleesetende plantjes je het beste in huis kunt halen, maar ook hoe je ze moet verzorgen, wat de beste standplaats is en welke eisen ze stellen aan de bodem.
Natuurlijk hoef je niet bang te zijn dat jouw vleesetende plant een hap uit je been neemt zodra je passeert. Ook je vingers bijten ze er niet af wanneer je ze wilt verzorgen. Vleesetende planten zijn niet alleen nuttig voor in huis, maar ze zijn ook nog eens heel leuk om naar te kijken. Zeker als je jouw woning vrij van vliegen en insecten wilt houden!
Vleesetende planten verzorgen
Je zou denken dat vleesetende planten zelfvoorzienend zijn voor wat betreft hun voeding. Feitelijk gezien is dat ook zo, want ze vangen zelf een smakelijke hapje in de vorm van bijvoorbeeld een vlieg of mug. Dat wil echter niet zeggen dat ze geen verzorging nodig hebben. We hebben hieronder een aantal verzorgingstips voor vleesetende planten voor je op een rij gezet.
Standplaats en voeding van de vleesetende plant
Deze carnivore plantjes zijn niet alleen dol op een stukje vlees, maar ook op de zon. Je kunt de vleesetende plant dan ook het beste op een lichte en zonnige plaats neerzetten. Daar voelt ze zich helemaal in haar element.
Een goede bodem voor vleesetende planten heeft een moerassig karakter. Dat wil zeggen dat de bodem lekker vochtig en licht zuur mag zijn. Deze planten hoef je dus geen extra plantenvoeding te geven omdat ze hun eigen “eiwitten” vangen.
Water geven is wel belangrijk als je de vleesetende plant gezond wilt houden. Het liefste geef je zacht regenwater uit de regenton of gedistilleerd water. Als jouw kraanwater niet te veel kalk bevat voldoet dat ook aan haar eisen.
Overige verzorgingstips voor vleesetende planten
Als de kelken of blaadjes van de vleesetende plant bruin worden, dan kun je ze het beste direct verwijderen. Zo voorkom je schimmelziekten en andere plagen. De vallen van de vleeseter, waarmee ze haar prooi vangt, verdrogen in het najaar.
In het winterseizoen vallen ze zelfs in zijn geheel van de plant. Niet zo erg, want in de winter zijn er minder insecten in huis en in het voorjaar komen de vallen gewoon weer terug.
4 soorten vleesetende planten voor in huis
Ben je verslingerd geraakt aan deze leuke plantjes? Dan kun je er over nadenken om er zelf één aan te schaffen. Hieronder vind je 4 soorten vleesetende planten die jouw huis heel graag vrij van insecten houden.
1. Venusvliegenvanger – Dionaea
De botanische naam van deze plant is Dionaea maar ze wordt ook wel venusvliegenval genoemd. Deze vleesetende plant heeft vallen met haartjes. Als de vlieg deze een aantal keren achtereen aanraakt, klapt de val dicht. De venusvliegenvanger zuigt het sap uit de vlieg waarna het insect uitdroogt.
Dit plantje krijgt roodkleurige vallen als je haar in het zonlicht plaatst. In de winter houdt ze zelfs een winterslaap om weer voldoende energie op te kunnen doen voor het volgende seizoen.
2. Bekerplant – Nepenthes Alata
De bekerplant is bijzonder in alle opzichten. De botanische naam van deze vleesetende plant is Nepenthes Alata, maar ze wordt ook wel “monkey cups” genoemd. Ze is niet alleen mooi, maar ook slim. Deze plant produceert namelijk een lekker zoet geurtje waarmee ze haar slachtoffers lokt.
De vallen zijn glad, waardoor vliegen vrijwel geen kans hebben om te ontsnappen. Ze hebben geen keuze dan zich in de bekervormige val te laten glijden waarna deze zich sluit. De haren aan de binnenkant van de val werken als weerhaken.
De stroperige massa onderin de “beker” zorgen ervoor dat de vlieg wordt verteert. De bekerplant kan heel groot worden. Er bestaan exemplaren van wel 2 meter hoog.
3. Trompetbekerplant – Sarracenia
De trompetbekerplant is een heel leuk vleesetend plantje dat circa 40 centimeter hoog kan worden. Uiteraard wel met een liefdevolle verzorging. De botanische naam van deze carnivoor is Sarracenia. Ze is prachtig om te zien met grote rechtopstaande vallen die eruit zien als de voorzijde van een trompet.
Haar vallen zijn glad met gleuven. Deze lopen van boven naar beneden zodat insecten in een vrije val raken. Onderin de beker komen ze terecht in een enzymen massa. Deze werkt als lokstof, maar zorgt er ook voor dat de vlieg netjes verteert.
Net zoals de venusvliegenvanger, gaat ook de trompetbekerplant in winterslaap. Gun hem zijn rust en zet hem in de winter op een rustige en koele plaats.
4. Zonnedauw – Drosera
De zonnedauw komt zelfs in het wild voor. Je vindt haar vaak langs moerassen en waterkanten. Ook onder water staan vind ze helemaal niet erg. Maar zonnedauw, of ook wel Drosera genoemd, doet het ook heel goed als vleesetende plant voor in huis.
De zonnedauw heeft rozetvormige vallen in een prachtige rood roze kleur. Ze lokt haar slachtoffers met haar glimmende tentakels. Wat de vlieg niet weet, is dat ze ook nog eens erg plakkerig zijn. Loskomen van de tentakels is dus niet zo eenvoudig ofwel onmogelijk.
